Bij een vakantie aan de Cote ‘d Azur past ook een bezoek aan
Cannes. Na st. Tropez en Monaco het walhalla voor de rijken waar ze aan de
mensheid kunnen tonen wat ze in huis hebben. Langs de boulevard van Cannes
zitten de grote modehuizen zoals Chanel, Miu Miu, Valentino en noem maar op. Daarlangs dient te worden geflaneerd door de rijke bevolking terwijl de
gewone man zoals wij stiekem gluren in de etalages en schuchter kijken naar de types
die er naar binnen gaan.
Ondanks dat Cannes een mooie oude Franse stad is met authentieke
panden en een mooie haven, heeft het ook iets vreemds. De strandbedjes kosten
een vermogen maar zijn wel voor een groot deel leeg. De terrassen waar je voor
een koffie een tientje betaalt zijn ook maar half gevuld met mensen die
blijkbaar niet kunnen lachen. De dikke boten liggen naast elkaar opgesteld in
de haven. Als je de grootste hebt dan wil je de grootste houden. Zo, men wil
laten zien waarvoor ze hard gewerkt hebben.
Ik snap het niet. Wat moet je eigenlijk met zo’n grote boot, het
lijkt me helemaal niet gezellig. Waarom is het zo belangrijk om aan de wereld
te laten zien dat je geld hebt? Door op het ongezellige terras te gaan zitten,
door te flaneren op je hoge hakken en in lange broek terwijl de gemiddelde
persoon het met deze temperaturen niet uit houdt in badkleding. Wat verstaan
deze mensen eigenlijk onder geluk? En wat hebben zij nodig voordat een
vakantie naar hun zin is? Hebben ze ook oog voor de pittoreske straatjes van
deze oude Franse stad? Of shoppen ze zich alleen gek aan de Celine tassen, een
winkel waar ik niet eens naar binnen durf.
Dat Cannes al langer een stad is geweest van de rijken verraadt
een oude ansichtkaart die ik kocht met daarop het Carlton hotel. Het is nog
steeds een van de duurdere hotels van de stad en wordt, net als op de kaart,
nog steeds omringd door dure auto’s. Waar tegenwoordig jongens zoals Frank
gapend omheen hangen om met hun smartphone foto’s te nemen.
Mijmerend in de trein naar huis kan ik er nog steeds niet precies
mijn vinger op leggen. Wat maakt al die rijkdom dat ik het niet helemaal
begrijp. Misschien ben ik wel jaloers. Misschien heb je verschillende soorten
rijken en ben ik meer van het soort dat zich terugtrekt met de hele familie in
Spanje rond een grote eettafel met veel hapjes en wijn. In plaats van bitchy
vanuit mijn dikke boot aan de bleekselderij op de mensen neer kijkend.
Waarschijnlijk zal ik het nooit weten.